Column Esther Island life (deel 2)

Island life (deel 2)

door Esther Groenendaal

In mijn vorige column vertelde ik  over het leven op een eiland. Ik sloot af met de fietsavonturen op mijn eiland, aangezien er geen geautomatiseerd verkeer is toegestaan op de drie Gili-eilanden. Hier het vervolg op de vorige column.

Aangezien de straten op het eiland niet geasfalteerd zijn en hierdoor ook niet altijd in de beste conditie, zorgt de regentijd er voor dat deze op sommige plekken veranderen in rivieren. Het is een hele kunst om dan over het eiland te rijden. Je weet niet van te voren hoe diep de plas is en als het dan ook nog blubberig is, kun je nog wel eens vast komen te zitten. Een vriendin van mij beschreef een bepaalde hoek op het eiland eens als ‘de slipperverslindende spookhoek’, omdat ze al diverse malen was vastgezogen en zonder slippers uit de drek was gekomen.

Daarnaast is de verlichting ook minimaal. Manenschijn helpt, maar is niet altijd aanwezig. Het is verbazingwekkend hoe ik in het donker zonder kleerscheuren naar huis kan fietsen, maar het is toch keer op keer succesvol (op een enkele crash met een struik, muur of koe na). 

Omringd door de zee is het bekendste dier van het eiland de zeeschildpad. De zeeschildpad kun je al snorkelend vanaf het strand regelmatig zien. Aan land wordt het eiland voornamelijk gedomineerd door katten en zijn honden op het eiland niet toegestaan. Kenmerkend aan de Gili-katten is hun staart in alle maten en vormen. De katten op de Gili-eilanden hebben namelijk een misvormde staart. Soms lang, soms kort met een knik of een krul. Ze zijn zo geboren, een genetische afwijking en niet door de lokale bevolking afgehakt zoals sommigen toeristen denken. 

Andere dieren die hier vrij rondlopen zijn kippen, geiten, koeien, een losgebroken paard en een enkele varaan. Allen heb ik in mijn tuin mogen verwelkomen. Hoewel ik bij de laatste toch wel even naar binnen ben gevlucht. De varanen kunnen wel twee meter lang worden en zijn niet ongevaarlijk als ze zich in het nauw gedreven voelen. Het blijft altijd bijzonder om deze oer-dieren rond te zien scharrelen. 

Het voordeel van wonen op een toeristische plek is de grote diversiteit aan restaurants. Door de jaren heen is de diversiteit sterk toegenomen. In mijn beginjaren hadden restaurants voornamelijk een Indonesische keuken. Hierdoor waren de westerse gerechten op het menu vaak afwijkend van wat ik verwachte. Denk hierbij aan tomatensoep; bouillon met stukken tomaat, salade; sla, tomaat, komkommer met een dot mayonaise, spaghetti bolognaise; noedels met tomatensaus en een fijngesneden kippenworstje. Gelukkig ben ik dol op Indonesisch eten, dus het leverde nooit problemen op, maar ik vind het toch wel fijn dat er nu een grote diversiteit is. Een kop verse tomatensoep met een bruin baguette met kaas is af en toe erg lekker. Inmiddels is bijna elke keuken wel aanwezig op het eiland: van sushi tot pizza en van vegan tot kebab. 

Het meeste populaire gerecht voor ontbijt, lunch en diner onder de lokale bevolking (inclusief mijzelf) is nasi campur, vertaald gemixte rijst. Dit wordt verkocht in een papieren pakketje gevouwen in een driehoek. Nasi campur bevat witte rijst met naar keuze groente, vis/vlees of kip en sambal. De prijs varieert van 60 cent tot een euro. Het eten kun je kopen in de warung of op straat. Dames lopen de hele dag en avond rond met een box met eten op hun hoofd of met een kruiwagen met daarin voorverpakte nasi campur, kroepoek en andere snacks, zoals zoete cakejes, puddinkjes en gorengan (gefrituurde tempé, tofu en groenten). Andere dames lopen rond met een kleine BBQ waarop ze ter plekke saté grillen. Ook de ijscoman hoor je regelmatig voorbij komen met het herkenbare maar zo irritante deuntje op zijn fiets. En sinds tien jaar verkoopt dezelfde oude man plukjes suikerspin aan de kinderen, ondertussen een wijsje spelend op een riem van blikjes.

Ook andere items worden langs de deur verkocht. Letterlijk alles op het eiland, afgezien van kokosnoten, komt namelijk van het vaste land. En we hebben niet altijd zin of tijd om de oversteek te maken. Zo wordt onder andere verkocht; bezems in alle soorten en maten, vooral de hele lange om je plafond af te stoffen. Grote teilen en vuilnisbakken, hetgeen gepaard gaat met een luid kabaal aangezien deze verkopers zich aankondigen door hard met twee teilen tegen elkaar te slaan. Tevens planten en kleine boompjes, kleding, islamitische boekjes, zegelringen, kussens, zonwering en aardewerk potten.

Het allerfijnste van wonen op het eiland voor mij is voornamelijk het strandleven. Of het nu overdag is voor een verfrissende plons in de zee of in de avond met vrienden, muziek en een kampvuur. En ook de kleinschaligheid vind ik fijn en iedereen kent elkaar. Het is als een warm bad. Ik ben bevoorrecht om twee plekken die zo verschillend zijn als mijn thuis te beschouwen.  

Over Esther

Ik ben een 43-jarige levensgenietster die na tien jaar te hebben gewerkt als sociaal-maatschappelijk werkster haar leven omgooide. 

In 2004 begon ik aan een groot avontuur en vertrok ik met mijn leven in een rugzak van Nederland naar Australië en Azië. Niet wetende dat dit een ongelooflijke reis zou gaan worden die nog steeds niet tot een einde is gekomen. 

Sinds zeven jaar woon ik op Gili Trawangan, een tropisch eilandje aan de noord/west kust van Lombok. Hier heb ik een baan in het toerisme en geniet ik van het heerlijke klimaat, het lekkere eten, de lieve mensen en voornamelijk van het relaxte levenstempo. Hier leven we volgens het begrip 'jam karet' hetgeen zich laat vertalen naar 'rubbere tijd'. 

Specialisten Indonesië

Meer Indonesie.nl