Column Esther Island life (deel 1)

Island life (deel 1)

door Esther Groenendaal

Mijn collega-columnist en inmiddels vriendin Ellen schreef in haar laatste column over de Indonesische versus de Nederlandse  levensstijl. Veel voorbeelden zijn herkenbaar. Andere totaal niet. Want hoewel ik, als ik Ellen in Lombok bezoek, wel op de scooter ga. Hier op het eiland vervoer ik me enkel en alleen per fiets. Want hier op Gili Trawangan is er geen gemotoriseerd verkeer en zo zijn er veel andere verschillen. Dit keer een column over het leven op een tropisch eiland. 

Gili Trawangan vormt samen met Gili Meno en Gili Air een eilandengroep voor de Noordwestkust van Lombok. Gili betekent in Sasak (lokale taal) ‘klein eiland’. Het eiland het dichtst bij het vaste land heet Gili Air (spreekt uit als ahyer). Air betekent water, omdat het eiland het enige eiland is dat zoet water heeft. Het middelste en tevens kleinste eiland is Gili Meno, beter bekend als het Honeymoon-eiland. Rustig en romantisch. 

Mijn thuis is het grootste en meest populaire eiland Gili Trawangan. De naam is afgeleid van Terowongan, vernoemd naar de aanwezigheid van een tunnelgrot die gedurende de Tweede Wereldoorlog tijdens de bezetting van de Japanners is gegraven.

Sinds de eerste stap op het eiland tien jaar geleden tot aan nu is er ontzettend veel veranderd. Het eiland heeft de afgelopen decennia een transformatie ondergaan van een redelijk populaire backpack- en duikbestemming tot een toeristische trekpleister voor elke soort reiziger. 

Daarom een aantal bijzondere gebruiken en gewoontes uit de beginjaren en mijn huidige leven hier. De eerste jaren hier op het eiland waren er bijvoorbeeld geen geldautomaten. Wanneer mijn contante geld opraakte, vroeg ik een vriend die regelmatig naar Lombok ging om geld voor mij te halen. Ik gaf hem mijn pinpas en pincode en aan het einde van de dag kwam hij keurig met geld terug. 

Elektriciteit werd vroeger via een grote generator aangevoerd. Dagelijks was het gebruikelijk dat elk deel van het eiland een aantal uren geen elektriciteit had. Sinds ongeveer zes jaar hebben we elektriciteit via een kabel onderwater vanaf Lombok. Maar nog gebeurt het regelmatig dat we periodes geen elektriciteit hebben als gevolg van bijvoorbeeld slecht weer, onderhoud of kortsluiting. Het is grappig hoe we hiermee omgaan. Meer dan een “oh mati lampu” (“oh dood licht” letterlijk vertaald) wordt er niet aan vuil gemaakt. Het zal onze tijd wel duren (P.s. grotere resorts hebben hun eigen back up generator). 

Water is een ander verhaal. Dit werd enkele jaren geleden nog voornamelijk opgepompt uit de waterput. Het water was zilt, maar hoe verder je van het strand woonde, hoe minder zout het werd. Je zeep sopte minder en tanden poetsen was even wennen, maar het hoorde bij het eilandleven. De luxe resorts hadden boten die een aantal keren per week een boot met zuiver water aan lieten varen, dit werd dan via een slang over het strand en de weg naar het reservoir in het resort gepompt.  Sinds een aantal jaar is er echter een ontziltingsinstallatie en hebben veelal alle huishoudens en bedrijven een aansluiting. Vaak is het een combinatie van gezuiverd en zilt water. Bijvoorbeeld het water in het toilet en de kraan voor het huis om je voeten te wassen zilt en het water uit de keukenkraan en de douche zuiver. Inmiddels is er zelfs een bedrijf dat het gezuiverde water nogmaals destilleert waardoor het tevens drinkwater wordt (verkocht in gallons en via paard en wagen thuis bezorgd á 60 cent per 19 liter). 

Ja per paard en wagen. Want zoals ik eerder vermeldde, is er op geen van de drie Gili-eilanden gemotoriseerd vervoer. Ik doe alles op de fiets. Ik ben een kei in het vervoeren van veel boodschappen en alleen als het echt niet anders kan gebruik ik een paard en wagen, want deze zijn behoorlijk prijzig en oncomfortabel. En als ik er één gebruik dan fiets ik er zelf met de fiets achteraan. Ik heb een beach cruiser met een grote houten krat voorop. Op de voorkant staat de tekst 'Follow the Sun'. Wanneer iemand mijn fiets leent worden ze met mijn naam nageroepen, want iedereen die mij kent, kent mijn fiets. Wel zo makkelijk, want ik raak hem nooit kwijt. 

Als ik zelf rond fiets word ik ook continu aangesproken. Niet omdat ik zo beroemd ben hier. Maar het is nu eenmaal een klein eiland, dus iedereen kent elkaar. Daarnaast is het ook wel een Indonesische gewoonte om altijd iets te roepen. Meestal de vraag waar je vandaan komt of waar je naar toe gaat. Het resulteert vaak in een Indonesische woordenwisseling die duurt totdat je elkaar niet meer hoort. Maar stoppen doe je eigenlijk nooit. Anders ben je elke dag een aantal uren kwijt aan ‘small talk’. 

Wordt vervolgd...

Over Esther

Ik ben een 43-jarige levensgenietster die na tien jaar te hebben gewerkt als sociaal-maatschappelijk werkster haar leven omgooide. 

In 2004 begon ik aan een groot avontuur en vertrok ik met mijn leven in een rugzak van Nederland naar Australië en Azië. Niet wetende dat dit een ongelooflijke reis zou gaan worden die nog steeds niet tot een einde is gekomen. 

Sinds zeven jaar woon ik op Gili Trawangan, een tropisch eilandje aan de noord/west kust van Lombok. Hier heb ik een baan in het toerisme en geniet ik van het heerlijke klimaat, het lekkere eten, de lieve mensen en voornamelijk van het relaxte levenstempo. Hier leven we volgens het begrip 'jam karet' hetgeen zich laat vertalen naar 'rubbere tijd'. 

Specialisten Indonesië

Meer Indonesie.nl