"Jij gaat ook mee naar Indonesië toch?" Ik kijk op. Een jongen met bruine krullen en een backpack op zijn rug staat ineens voor me. "Ja! Jij bent Joris toch?" reageer ik. "Laten we de rest van de groep vast opzoeken!"
Samen lopen we naar het meetingpoint op Schiphol. Een groepje klasgenoten staat al te wachten. Een paar meiden nog innig verstrengeld in de armen van hun vriendje, een ander die zuchtend nog wat extra jurkjes in haar handbagage propt omdat haar koffer anders te zwaar is. Met een groep van twintig vertrek ik vandaag naar Indonesië. 15 van de 18 studenten ken ik al. Of nou ja, kennen is misschien wel een te groot woord. We hebben een aantal gastcolleges gevolgd en samen koffie gehaald in de pauzes. En oh ja, we hebben onze harten bij elkaar gelucht als de voorbereidingen voor onze producties weer eens tegenzaten. Maar echt kennen? Nee. Drie studenten van de Vrije Universiteit in Amsterdam - waar Joris er een van is - ken ik nog helemaal niet. Maar daar komt al snel verandering in als we het vliegtuig instappen. Een reis van dertig uur staat ons te wachten. Via Hong Kong en Jakarta landen we uiteindelijk in Yogyakarta. Slaperig en met vieze, stinkende kleren lopen we met z'n allen richting de bus om naar ons hostel te gaan. Ik kijk om me heen. Als we elkaar op deze manier al zien, dan moet het met die verdere kennismaking ook wel goed komen.
De eerste ander halve week van onze reis verblijven we (met z'n allen) in Yogyakarta. Omdat we allemaal Journalistiek studeren is iedereen veel op pad voor (zijn of haar) reportages. De een duikt in de wondere wereld van de Indonesische Batik kunsten, de ander loopt een dagje mee met een studente om te zien hoe het studentenleven er aan de andere kant van de wereld uit ziet. Zelf verdiep ik me in de Wayang cultuur. Wayang is een eeuwenoud poppenspel uit Indonesië en ontzettend populair in Yogyakarta. Op veel verschillende plekken in Yogyakarta kun je voorstellingen zien, zeker de moeite waard!
Niet alle dagen zijn we op pad voor onze reportages. Natuurlijk slaan we een bezoekje aan de wereldberoemde Borobodurtempel niet over en ook de Merapi vulkaan wordt aanschouwd. Heel indrukwekkend om te zien wat de lava vijf jaar geleden allemaal verwoest heeft.
Hoewel ongeveer alles in dit land indruk op ons maakt, blijft Indonesisch eten (over het algemeen) het onderwerp van de dag. Nooit meer vergeet ik de gezichten van mijn klasgenoten die eerste ochtend in de ontbijtzaal. "Dit meen je niet! Om half acht 's ochtends bami?" schreeuwt de Groningse Mario. Ik heb iemand nog nooit zo vies zien kijken. De eerste paar ochtenden verlopen dan ook wat onwennig. Jasper ziet de sambal aan voor een lekker sausje en Leonie rent achter hem aan richting de kraan omdat die nasi toch wel ietsje te pittig was. Maar verder genieten we eigenlijk vooral van het eten. Yogyakarta kent ontelbaar veel leuke restaurantjes en gezellige kraampjes met eten en daarbij smaakt de Bintang - Indonesisch bier - ons bijzonder goed.
Na tien dagen pakken we het vliegtuig richting de Molukken. We hebben een nachtvlucht, bijna iedereen valt zo ongeveer direct in slaap. Na een tijdje krijg ik een stoot van mijn buurvrouw. "Wow, Loek kijk eens gauw naar buiten! Het lijkt wel of we live in Expeditie Robinson zitten!" roept ze vol ongeloof. Ik kijk naar buiten en zie een aantal prachtige eilanden bij elkaar. De zee slaat fanatiek tegen de rotsen aan en ik weet niet wat ik zie. In de verte dobbert een aantal vissers op kleine bootjes in het water. Voor ik het weet landen we op het eiland Ambon en schreeuwen we het allemaal uit van geluk. Wat een paradijsje!
De Molukken bevallen goed, de stranden zijn prachtig en de mensen vriendelijk. Die schoonheid van de natuur merk ik vooral wanneer ik achterop een scootertje door de bergen rijd. Iedereen toert hier rond op scootertjes. Die voertuigen vind ik eigenlijk het mooiste aan de hele Molukken. De vrijheid die je voelt als je achterop zo'n ding zit, is te vergelijken met het backpackgevoel als je aan het backpacken bent. Op de laatste dag pakken we met de hele groep de scootertjes richting het strand om te gaan snorkelen. In een lange rij toeren we door de bergen. Dolgelukkig dat we dit mooie moment met elkaar delen. Terwijl mijn haren wapperen in de wind, is de glimlach op mijn mond groter dan ooit.
Na 21 dagen breekt de vertrekdag aan. Deze keer staat ons een reis van 36 uur te wachten, nog langer dan de heenweg. Maar gek genoeg zie ik er deze keer helemaal niet tegenop. Ook deze keer vliegen we via Jakarta en Hong Kong waarna we 's ochtends vroeg aankomen op Schiphol. Alle ouders, vriendjes, vriendinnetjes en zelfs een hond zijn naar de aankomsthal gekomen om ons op te halen. Toch zien we elkaar nog even bij Starbucks.
Er wordt geknuffeld en een traantje weggepinkt. 21 dagen geleden kenden we elkaar niet, en nu voelt het alsof ik mijn allerbeste vrienden moet achter laten. Dubbel. Mooi. Verwarrend. Alles bij elkaar. Maar dit vreemde gevoel komt misschien ook wel door de Jetlag. Ik weet het niet. Wat ik in ieder geval wel zeker weet is dat deze groep mijn reis net dat extra tintje gaf. Een extra tintje aan dit sowieso al bijzondere en prachtige land. See you soon Indonesia!