De Balinezen zijn de gastvrije bewoners van het eiland Bali. De meerderheid van de Balinezen is aanhanger van het hindoeïsme; zij zijn naarBali gekomen nadat zij door de islam van Java zijn verdreven. De Balinezen zijn het laatste Indonesische volk dat het hindoeïsme aanhangt.
Hindoeïsme
Het hindoegeloof van de Balinezen is niet te vergelijken met het hindoeïsme in India. In het verleden hebben de Balinezen elementen van deze religie aangepast aan de animistische tradities die zij voor de komst van het hindoeïsme hanteerden. Van het hindoeïsme zijn vooral de rituelen en de dramatische kunst overgenomen. De nadruk ligt minder op de mystieke en filosofische aspecten van dit geloof.
Collectieve gemeenschap
Religie speelt een belangrijke rol in het Balinese leven. Eigenlijk is de Balinees gebonden aan allerlei rituelen en ceremonies vanaf de geboorte tot de dood. Zijn rol in de gemeenschap speelt daarbij ook een grote rol. De Balinezen leven in een sterk collectieve gemeenschap. Elke dorp of desa is onderverdeeld in banjars waar elke gehuwde dorpeling toe behoort.
De banjars zijn verantwoordelijk voor het dorpsfestival, de huwelijksplechtigheden en de crematies. Iemand die een individueel rijstveld bezit moet lid zijn van de subak. Dit is een dorpsoverheid die het water over de terrassen verdeelt, de dijken hersteld en eenmaal per maand bijeenkomt in de tempel. De subak is ook verantwoordelijk voor de offer- en oogstfeesten.
Offerfeesten
De belangrijkste en meest zichtbare religieuze activiteit in Bali is het offeren. Het zijn de vrouwen die dit ritueel uitvoeren. In een bijzonder soort meditatieve rust vlechten ze prachtige mandjes uit palmbladeren waarin ze allerlei moois en lekkers verzamelen: bloemen, koekjes, rijst of tabak. Deze 'offermandjes' worden, met de nodige hoeveelheid wierook, aangeboden aan de voorouders, de goden, de planten en de dieren. Elke dag opnieuw tonen ze op deze manier hun respect en dankbaarheid uit voor elke vorm van leven en voor de krachten die hun bestaan beïnvloeden.
De Balinees verdeelt zijn omgeving in twee groepen op: goed en slecht. Volgens deze denkwijze staat de berg dan ook tegenover het water. Dit is goed terug te zien in de opbouw van het landschap. Zo staat de moedertempel Besakih bij de hoogste berg, in dit geval de vulkaan Gunung Agung. Bij dit principe probeert de Balinees een balans te zoeken tussen goed en kwaad, zij geloven dat ieder mens goed én kwaad is.
Scherpe tanden
Elite zijn te herkennen aan hun tanden. Dat klinkt een beetje raar maar volgens de Balinees zijn scherpe tanden namelijk een teken van dierlijkheid. De boventanden en snijtanden worden dan ook recht gevijld. Dit is een hele gebeurtenis die plaats vind op het erf van het ouderlijk huis. Hier houdt de priester der Brahmanen de persoon in kwestie drie dagen in afzondering, waarna zij het slijpsel van de tanden over de graven van de voorouders strooien.
750.080
